vrijdag 19 december 2008

Wachten

Ik zal tijdens mijn metingen een nieuwe meetopstelling moeten gebruiken. Toen ik begon met afstuderen (1 augustus) zou de opstelling eind september op het lab staan. Dat werd eind september uitgesteld naar eind oktober en eind oktober naar begin december.
In de tweede week van december zou de opstelling toch echt bezorgd worden. T en ik hebben toen het lab opgeruimd en plaats gemaakt voor de langverwachte opstelling. Maar in de eerste helft van de week werd de levering al uitgesteld naar de tweede helft van de week. Uiteraard werd ook in de tweede helft van de week de opstelling niet geleverd. Er werd ons verzekerd dat de levering echt voor de kerst zou zijn.
Deze week was spannend. Het was 90 % zeker maar toch geen opstelling op woensdag. Ook niet donderdag. Vanochtend rekende ik er voor de zekerheid niet op, maar het is toch gebeurd: er staat nu een opstelling!

donderdag 11 december 2008

Begeleiding

Begeleiders zijn erg belangrijk gedurende een afstudeerproject. Ik ken legio afstudeerders waarbij het afstudeertraject een lijdensweg werd omdat ze het niet konden vinden met hun begeleiding. Ikzelf kan het gelukkig prima vinden met mijn begeleiding.
Ik heb op papier en in de praktijk vrij veel begeleiders: er zijn in totaal 6 personen die zich met mijn begeleiding, project en beoordeling bemoeien. Gelukkig zijn ze niet allemaal even belangrijk anders zou het op één lijn krijgen van al die mensen al een afstudeerproject op zich zijn. Ik heb in het dagelijkse werk met 2 begeleiders het meest te maken. Het wordt tijd ze eens voor te stellen.

De belangrijkste is H: man, universitair docent maar doet liever onderzoek, vol ideeen en suggesties. Overleggen met H moet je leren. In een overleg komt er zo'n stroom informatie over dingen die je mogelijk zou kunnen gaan doen, dat het nog wel eens lastig is om alles te volgen of uit te zoeken wat nu echt belangrijk is en wat meer als extra'tje bedoeld is. Als je dat eenmaal onder de knie hebt (het heeft mij wel wat tijd gekost) is hij erg waardevol als begeleider. Hij weet zo veel dat hij voor elk inhoudelijk probleem wel een oplossingssuggestie heeft. Nadeel is wel dat hij bij elk antwoord en resultaat direct ook nieuwe vragen kan bedenken. Onderzoek is nooit af. Het is een eigenschap die veel begeleiders hebben. Voor je het weet ben je bezig met dingen die niet bij je onderzoek horen met alle vertraging van dien.
Gelukkig heb ik ook T: vrouw, jong, aio, kritisch, ambitieus. T is vastbesloten om zich niet te laten remmen door haar vrouw zijn, ze wil het tot hoogleraar schoppen. Ik verwacht zeker dat ze daar ooit komt. T is een stuk gestructureerder dan H en dat is voor mij wel erg prettig. Ze zorgt ervoor dat ik niet verdwaal in de suggesties van H en houdt een schuin oog op mijn planning. Ook zij heeft moeten leren overleggen met H en kan zich dus goed verplaatsen in mijn positie. Uiteraard houdt T bij hoe het met mijn opdracht gaat, maar daarnaast houdt ze ook bij hoe het met mij gaat: of ik het allemaal nog wel leuk vind en zie zitten. Niet alleen mijn opdracht, maar ook over het hoe en wat van na mijn afstuderen.

Binnenkort gaat mijn afstuderen de fase van het meten in, dan zal ik waarschijnlijk heel wat uren met vooral T doorbrengen in het lab (H heeft niet zo veel tijd om werkelijk in het lab te staan). Meten wordt leuk en spannend, ik hoop jullie er snel verslag van te kunnen doen.

maandag 8 december 2008

project etentje

Niet dat ik binnenkort al kan afstuderen, maar er wordt al wel gesproken over het hoe en wat van een mogelijk promotietraject. Mijn begeleider heeft zijn zinnen gezet op een potje geld waaruit aio's gefinancierd kunnen worden en onderzoekslijnen kunnen worden opgezet. Daarvoor moet alleen wel een projectvoorstel op papier komen. Als er geld uit dat potje komt, wordt ik op dat project gezet, dus ik heb ook een stem in wat er allemaal in dat projectvoorstel komt te staan. Naast mijn begeleider gaat er nog een wetenschapper/arts bij het project betrokken worden, dat maakt 3 personen betrokken bij het nog op te zetten project.

Ik ben vooral erg nieuwsgierig naar hoe dat nu eigenlijk werkt in de wetenschappelijke wereld: een project bedenken. Kennelijk werkt dat met brainstormen tijdens een etentje: in een leuk restaurantje zitten tegenover mij mijn begeleider en mijn toekomstige mede-begeleider. Een berg kennis, contacten, namen, technieken en meer ideeen dan ooit uitgevoerd kunnen worden. Er wordt op mij geproost want ik moet voor dit project behouden blijven en uiteindelijk 4 jaar hieraan besteden.
Tijdens het eten gaat er zoveel kennis en ideeen de tafel over dat ik oren en geheugencellen tekort kom om alles in mij op te nemen. 's Avonds thuis eerst maar even met een rozig hoofd van het (goede) eten alles wat ik me nog kan herinneren op papier krabbelen en de volgende dag heb ik geprobeerd een eerste concept projectvoorstel op papier te zetten. Dat zal dan door de anderen bijgeschaafd worden tot iets wat aan de geldschieter voorgelegd worden.
In de huidige planning weet ik voor de kerst of dit project doorgaat. Dan volgt uiteraard meer nieuws.

vrijdag 7 november 2008

De koffiepauze

Belangrijke momenten van een dag op de vakgroep zijn de koffiepauzes. Zoals bij veel groepen gebruikelijk is, hebben wij 2 koffiepauzes per dag, ongeveer op vaste tijdstippen. De koffiepauze begint met een steeds groter wordende groep in de rij voor de koffieautomaat. Af en toe wordt er nog geklaagd over de kwaliteit van de koffie die eruit komt, maar de meesten hebben er vrede mee. Vervolgens verzamelt de groep zich in de koffiehoek. Die bestaat uit een tweetal metalen banken, vergelijkbaar met het soort buitenbanken wat je nog wel eens in openbare ruimtes treft; ze zijn koud, hard en eigenlijk niet heel geschikt om lang op te zitten. Verder staat er een wisselend aantal losse stoelen en een klein tafeltje.
De exacte opkomst bij de koffiepauze is lastig te schatten, maar er is wel een aantal vaste klanten waar de afstudeerders een flink deel van uitmaken.

Gesprekken tijdens te koffiepauze gaan over van alles en nog wat. Het kan onderwijs zijn: docenten klagen over het wiskunde-niveau van de eerste jaars studenten of over de organisatie van de verschillende opleidingen. Ook de actualiteit is de laatste tijd een gespreksonderwerp, van kredietcrisis tot electronisch patientendossier. Een erg geliefd onderwerp voor de mannen is toch vooral voetbal, of een willekeurige andere sport buiten het seizoen. De dames hebben zo nu en dan ook hun inbreng, een voetbalwedstrijd op tv kan aanleiding zijn voor het bakken van taart, wat de opkomst tijdens de koffiepauze een behoorlijke boost kan geven.

Maar eigenlijk is het einde van de koffiepauze vooral bijzonder. Tegen de tijd dat iedereen zijn koffie zo'n beetje op heeft staat er een willekeurige persoon op en dat is het teken voor de rest om ook op te staan en weer aan het werk te gaan. Wie de eerste persoon is en wanneer hij/zij opstaat is elke keer weer anders, maar het teken is niet te missen. Binnen een paar tellen zijn de koffiemokken omgespoeld, de bureaus weer ingenomen en is iedereen weer hard aan het werk.

woensdag 5 november 2008

Motto

Een wijsheid om te onthouden tijdens het werken met Matlab of een andere programmeer/analyse tool:

"Twijfel nooit aan jezelf, twijfel altijd aan je code"

dinsdag 28 oktober 2008

Iets over geld

Vanochtend stond er een berichtje in de krant over een onderwerp waar ik toevallig ook mee bezig ben geweest de laatste tijd: promoveren met een beurs. In Nederland is het zo dat je als promovendus aangesteld wordt voor 4 jaar aan een universiteit als aio (assistent in opleiding), je bent dan een werknemer van de universiteit en krijgt dus een salaris en alles wat daarbij hoort. Promovendusplaatsen worden gefinancierd vanuit onderzoeksprojecten: een wetenschapper dient een onderzoeksvoorstel in bij instanties die geld verdelen en in zo'n voorstel wordt een aantal aio's begroot die stukjes van het onderzoek gaan doen. Als een projectvoorstel is goedgekeurd komen er vacatures beschikbaar waar je dan als net afgestudeerde op kan solliciteren.
Deze structuur wordt internationaal gezien niet echt veel toegepast. In het buitenland is het veel gebruikelijker dat je als afgestudeerde zelf eerst op zoek gaat naar een beurs om jouw promotietraject te financieren. Een promovendus heeft krijgt dan meer een status als student en betaalt als het ware zichzelf uit zijn beurs. Promoveren is dan een soort van verder studeren waar je wat geld voor toe krijgt. Voor je in het buitenland ergens aan de slag kunt als promovendus zul dus eerst met een 'projectvoorstel' langs geldschieters moeten, zo'n projectvoorstel wordt vaak niet helemaal zelfstandig door de aanstaande promovendus geschreven maar in nauwe samenwerking met aanstaande begeleiders. Commissies van (evt. deels buitenlandse) wetenschappers kennen de beurzen toe.
Universiteiten in Nederland zien wel wat in het buitenlandse systeem. Het zou goedkoper zijn en met name buitenlandse promovendi hebben niet zo veel aan hun status als werknemer. Aan de andere kant vinden vakbonden en promovendi het maar niks aangezien het de promovendus tot student zou degraderen met alle gemissen van sociale zekerheid van dien.

Mijn afstudeerbegeleider had een tijdje terug gesuggereerd dat het voor mij misschien wel een uitdaging zou kunnen zijn om uit te zoeken wat de mogelijkheden zijn om zelf financiering binnen te halen voor een promotietraject. Zelf een project inrichten geeft immers een heleboel mogelijkheden om je eigen draai te geven aan een onderzoek. Bovendien is het tegenwoordig zo dat een goede wetenschapper niet alleen iemand is die goed onderzoek doet maar ook iemand die goed geld kan binnenhalen. Als wetenschapper ben je onderzoeker, projectmanager, coach en salesman tegelijk. Kun je je onderzoeksvoorstellen niet verkopen, dan stel je niet zo veel voor omdat je simpelweg geen geld hebt om je onderzoek van te betalen.
Met die insteek ben ik dus op mijn eigen onderzoek uitgegaan. Het enige resultaat wat ik kon vinden was een programma wat twee jaar heeft gedraaid wat bedoeld was om meer getalenteerde jonge mensen richting het onderzoek te trekken. Universiteiten konden studenten voordragen die een voorstel hadden voor een promotietraject. Cum laude afstuderen was min of meer een voorwaarde. Maar dat programma bestaat niet meer. De reden is niet helemaal duidelijk: misschien is er niet genoeg toptalent in Nederland of juist te veel en werd het de overheid een beetje te duur. Geen idee.
Voor mij maakt het ook niet zo veel uit: ik kan nu alsnog wel zelf mijn plek in gaan vullen en indien nodig gaat er een apart projectvoorstel ingediend worden door mijn begeleider waar ik dan aan mee zou kunnen schrijven.

Ondertussen kan ik voor beide standpunten in de discussie over de status van aio's wel wat zeggen. Maar wat mij eigenlijk het meest opviel tijdens mijn zoektochtje was dat er dus slechts zeer beperkte mogelijkheden zijn om je traject zelf vorm te geven als ambitieuze student. Ik kon het niet laten ook een klein beetje te denken aan een onderwerp uit de komkommertijd: Zesjescultuur?

woensdag 22 oktober 2008

wat wil je worden?

Tijdens een universitaire beta opleiding leer je van alles; met name hoe je dingen kan uitrekenen, dingen kan meten en hoe bepaalde zaken werken. Gek genoeg leer je erg weinig over later. Van mijn mede-afstudeerders weten de meesten nog niet wat ze na hun afstuderen voor werk willen gaan doen of wat voor bezigheden ze willen tijdens hun baan straks. Een veelgestelde vraag tijdens voorlichtingsdagen is altijd "wat word je hier nou mee?", heel begrijpelijk dat de vraag gesteld wordt, maar een echt bevredigend antwoord is er vaak niet. Ook na ruim 5 jaar studeren niet.

En zelfs als je wel wat weet, weet je nog steeds erg weinig. Promoveren: wat voor onderwerp, met wie, iets maken of iets onderzoeken? Alles is mogelijk en alles kan wel geregeld en ingevuld worden. Je hoeft alleen maar na te denken over wat je wilt... En laat dat nou juist een van de moeilijkste dingen zijn. Soms denk ik: geef mij maar gewoon een sommetje, die heeft ten minste altijd dezelfde uitkomst.

woensdag 15 oktober 2008

Speld in een hooiberg

Het stukje programmeerwerk waar ik al een paar dagen mee bezig was, deed niet wat ik zou willen.

Het doel: Twee lijntjes moeten over elkaar heen gaan liggen
De figuren: de twee lijntjes gingen steeds meer over elkaar heen liggen
De cijfers: de afstand tussen de lijntjes werd groter

Dat klopt niet. Maar wat kan het dan zijn:
Zijn de formules die de lijnen beschrijven wel goed? Ja (10 keer nagekeken)
Mist er ergens een haakje? Nee (20 keer nagekeken)
Is er een + en een - omgedraaid? Nee (20 keer nagekeken)

Dan toch maar mijn begeleider vragen...
Hij vindt het euvel natuurlijk wel: er mist een punt: .
en dat kost hem 3 tellen.

Nu kan ik verder tot ik de volgende punt/komma/haakjes/+ of iets anders onbenulligs fout doe...

vrijdag 26 september 2008

Mijn eerste echte stappen

Op de allereerste internationale conferentie waar ik mijn neus kon laten zien, heb ik mijn ogen uitgekeken. Een relatief kleine conferentie met een redelijk informele sfeer in een oude Duitse stad. Ik had geen idee wat ik kon verwachten: hoe zou dat gaan op zo'n conferentie? wat voor mensen lopen daar rond? en wat moet ik daar doen? Wat ik wel wist was dat ik mijn eerste stappen zou zetten in de echte wetenschappelijke wereld.

En wat een stappen: Een bombardement aan onderzoek: goede resultaten, mindere resultaten en alle resultaten roepen vaak meer vragen op dan dat ze beantwoorden: kennis is nooit compleet. Ik heb ratten gezien met connectoren die uit hun hoofd steken en een robot die zelfstandig rechtop kan staan zoals wij dat doen. Ik heb gesproken met mensen die belangrijk zijn en die belangrijk worden. Tot slot heb ik weer eens gevoeld wat zenuwen ook al weer zijn in een grote zaal.

Het is een wondere wereld: Japanse studenten lezen hun presentatie helemaal voor van papier en hun begeleider beantwoordt de vragen aangezien zij die niet verstaan. Er zijn PhD-students die de gehele duur van de conferentie als een hondje achter hun begeleider aanlopen, die met alle belangrijke mensen moet netwerken. Clichés worden bevestigd als het gaat om de weinige vrouwen die in de technische wetenschap werken: ze zijn een beetje muizig en zouden zich duidelijk beter kunnen kleden dan ze nu doen. Met verbazing en bewondering heb ik rond gekeken naar een wereld die net als alle culturen zijn eigen subtiele regels heeft, gebruiken en rangordes.
Zelfs excessen komen voor: de after-diner rede tjdens het conferentie diner leek een genante situatie te worden waar een hoge pief na een wijntje teveel achter de microfoon kruipt. In plaats daarvan werd er een traditie voortgezet waar de deelnemers uit verschillende landen het gezelschap toezongen. De verlegen Japanners waren een giegelend hoogtepunt.